Vogels bijvoeren? Let op wat je geeft!
Foto: Egbert Boekema (Hobbe Hollands)
Mugjes, vliegen, spinnetjes, bessen en zaden. Dit is het lievelingseten van veel vogels die bij ons in de gemeente wonen. Naast al dit lekkers dat ze in de tuin vinden, kun je ze ook bijvoeren. Vooral als het kouder wordt en het eten moeilijker te vinden is maak je vogels hier blij mee. Maar wat kun je ze eigenlijk allemaal geven? En wat beter niet? Vogelaar Egbert Boekema van Avifauna Groningen geeft tips.
Egbert is al van jongs af aan bezig met vogels. “Als klein jochie sloopte ik allerlei onderdelen van mijn fiets af, zodat het zo licht mogelijk was. Hiermee fietste ik door de natuur om vogels te spotten en bestuderen”, vertelt hij. Dat doet hij nog steeds. Zo heeft hij de zang van 40 veelvoorkomende vogelsoorten in onze gemeente ruim 170.000 keer geregistreerd.
“Ik roep de bosuil wel eens”
De meest voorkomende vogels in onze Groningse tuinen zijn de huismus, merel, koolmees, pimpelmees en roodborst. Maar Egbert spot in zijn woonwijk in Haren ook regelmatig bijzondere vogels. “Er zit een bosuil in de buurt. Die roep ik wel eens”, zegt hij, terwijl het geluid imiteert. “Ook zie ik soms zeearenden en lepelaars overvliegen. Ik herken veel vogels aan hun geluid.”
Bijvoeren helpt
Maar ook in zijn eigen tuin is het een komen en gaan van vogels. Een groep mussen zit vrolijk te kwetteren in de struik. Een voor een vliegen ze naar de zadenmix die op tafel ligt. “Als wij de mussen niet bijvoeren hadden we er misschien maar vijf in de tuin gehad. Nu zijn het er zeker twintig”, vertelt hij. “Huismussen zijn voor het grootste gedeelte van het jaar afhankelijk van mensen. Het is daarom heel nuttig om voer op te hangen voor deze vogels.”
“Ik gun de sperwer niet alle mussen”
“Ik snoei sommige takken niet, zodat sperwers niet bij de mussen kunnen komen. Deze roofvogel is de grootste vijand van de mus. Ik gun ze wel wat hoor, maar niet alle mussen. In het voorjaar komt er ook regelmatig een bonte specht snoepen uit de pot met pindakaas die hier hangt. Dat gaat een stuk sneller dan wanneer hij larven uit een boombast moet peuteren”, glimlacht Egbert.
Wat geef je wel en wat niet?
Wil je net als Egbert veel vogels in jouw tuin of balkon? Dan heeft hij nog een paar tips:
- Gebruik speciale vogelpindakaas; gewone is te zout.
- Zaden- en pittenmixen, ongezouten pinda’s en fruit zijn favoriet.
- Leg het voer op een veilige plek, waar ze niet aangevallen worden door katten of andere roofdieren.
- Vervang het voer als het vies of beschimmeld is.
Vergiftigde mieren
Met bepaalde planten en struiken kun je je tuin of balkon ook vogelvriendelijk maken. Zo zijn de meeste vogels dol op vlier- en lijsterbessen. Je helpt vogels ook met bloemen waar insecten op afkomen, een lekker maaltje voor vogels. “Gooi geen gif over je struiken en bloemen. Want dat komt via insecten in de vogels terecht. Dat geldt ook voor mierengif. Vogels eten mieren, en als ze vergiftigde mieren binnenkrijgen is dat niet goed voor ze. En tot slot: heb je een kat? Geef het een kattenbelletje, zodat vogels op tijd weg kunnen vliegen.”
Meer weten? Kijk op vogelbescherming.nl voor meer handige tips over het bijvoeren van vogels. Hier lees je ook meer over de tuinvogeltelling waar je vanaf 30 januari 2026 aan mee kunt doen.