Navigatie overslaan

Deze site gebruik cookies om je beleving te verbeteren.

Op deze pagina kun je lezen hoe de data uit de monitor 'Klimaat in je straat' tot stand zijn gekomen.

Wateroverlast gaat over veel regenwater dat in een korte tijd valt. Korte, heftige plensbuien komen door klimaatverandering vaker voor. Dit komt met name doordat warmere lucht meer vocht kan bevatten dan koude lucht. In een warmer klimaat ontstaan heftigere regenbuien. De grootste effecten van wateroverlast worden vooral verwacht in gebieden met veel verharding, zoals steden en dorpen. Steden en dorpen zijn ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van regenwater, onder andere via het riool. Dit is gelijk ook een belangrijk knelpunt. De riolen van nu hebben onvoldoende capaciteit voor de heftige klimaatbuien. Het regenwater kan hierdoor niet meer afgevoerd worden en vindt zijn eigen weg over een sterk verhard maaiveld waar het niet in kan wegzakken. Zo komen straten onder water te staan.

Modelstudie
Op basis van een 3D modelstudie zijn de mogelijke waterdieptes in de openbare ruimte inzichtelijk gemaakt. In de modellen wordt rekening gehouden met verschillende factoren zoals de hoogte van het maaiveld, verhard-onverhard oppervlak, riolering en verdamping. De ontwikkeling van deze modellen is constant in beweging. In het kader van deze monitor proberen wij de informatie zo actueel mogelijk te houden. Bij de lancering van de monitor is gebruik gemaakt van twee verschillende modellen. Dit kan leiden tot kleine verschillen in de gegenereerde data. Bij updates van de monitor passen wij dit aan.

In het model wordt een bui van 73 mm regen per uur losgelaten op de gehele gemeente. Dit is ook de bui die de gemeente heeft gehanteerd in de klimaatstresstest. 73 mm in één uur is veel water. Hevige buien van tegenwoordig liggen vaak rond de 50 à 60 mm. Door klimaatverandering neemt de intensiteit van buien toe, daarom nemen we 73 mm als uitgangspunt. Het sluit ook aan bij de eerdergenoemde KNMI-klimaatscenario’s.

De kaart voor het bepalen van mogelijke wateroverlastlocaties wordt gemaakt door het modelleren van een virtuele bui in een virtuele omgeving. In het model (3Di) zijn de hoofdbestanddelen een hoogtekaart en een digitale versie van het water- en rioleringssysteem van de gemeente. Hierin kunnen we een bui nabootsen die in de gemeente zou kunnen vallen. Met het model zien we waar het water langs stroomt. Waar het over wegen en pleinen stroomt en waar het door bijvoorbeeld gebouwen, muurtjes en dijken wordt tegengehouden. Daarnaast kunnen we zien hoe het water zich via o.a. duikers, rioolbuizen en gemalen ondergronds verplaatst. Zo zien we waar het water zich verzamelt en hoe het uiteindelijk weer verdwijnt. Op deze manier kunnen we voorspellen wat de hoogste waterstand wordt op elke plek in de gemeente. Belangrijk om te weten is dat veel regen niet altijd tot overlast leidt, terwijl op sommige plekken al snel overlast ontstaat door kleine hoeveelheden regen.

Onderzochte effecten, kaarten in de monitor

  • Locaties en gebieden met veel water op straat
    Veel water op straat geeft hinder en resulteert in een verhoogd risico op schade. Deze analyse geeft inzicht in kwetsbaarheden in de wijk.
  • Kwetsbare locaties die extra risico’s lopen in het geval van veel regen
    Water in je woning is vervelend. Water in een school, kinderopvang of ziekenhuis is voor veel meer mensen vervelend en soms zelfs gevaarlijk (voor de gezondheid). We hebben een aantal van deze locaties in beeld gebracht.
  • Riool putdeksels die mogelijk omhoogkomen tijdens hevige regenbuien
    Een bekend probleem is het omhoogkomen van rioolputdeksels. Door het vele water kan het riool het niet aan en het gevolg is dat een putdeksel losraakt of eraf schiet. Deze locaties hebben we inzichtelijk gemaakt.
  • Het percentage verharding in de wijk
    Verhard oppervlak warmt sneller op dan een groene omgeving. Water kan er ook moeilijk de grond in trekken. Sterk verharde wijken zijn dus vaker warm en wateroverlast treedt er sneller op. Het percentage geeft een indicatie van verharde wijken of juist wijken met minder verharding.
    Het percentage verharding is gemeten door het bureau TerraNostra. Groenoppervlak en verharding in tuinen is berekend op basis van door de gemeente Groningen aangeleverde eigendomsgrenzen. Daarbinnen is alle oppervlak aan particulier eigendom gebruikt om per aansluitend gebied (meerdere tuinen geclusterd) een samenvatting te berekenen van het oppervlak groen en struiken. De gebouwen zijn uit de vlakken weggelaten, het resterende oppervlak wordt verondersteld verharding te zijn.
    De verschillende indicatoren worden uit een puntenwolk berekend door middel van verschillende geautomatiseerde classificatie technieken. De puntenwolk is beschikbaar gesteld door Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN, www.ahn.nl). De gebruikte methode wordt internationaal toegepast om de kroonoppervlakte van bomen vast te stellen van een gebied (Dalponte, 2016).