Op deze pagina kun je lezen hoe de data uit de monitor 'Klimaat in je straat' tot stand zijn gekomen.
Door klimaatverandering komt hitte vaker voor. In steden en dorpen wordt het heter dan daaromheen. We noemen dit het hitte-eilandeffect. Verharde gebieden warmen sneller op en houden warmte langer vast, ook in de nacht. Verder is er stralingswarmte van straten en gebouwen. Hittestress kan hoofdpijn en vermoeidheid veroorzaken. Voor kwetsbare groepen, zoals kinderen en ouderen, kan hittestress zelfs levensgevaarlijk zijn.
Stresstesten
In 2019 voerde de gemeente Groningen al een stresstest uit, met o.a. hitteanalyses. De nieuwe analyses uit 2022 wijken af van het beeld in 2019. Dit heeft met name te maken met het gebruik van betere aangescherpte modellen en het feit dat er nu gekozen is voor weergegevens die beter aansluiten bij een maatgevende hete dag.
Hittestress en hitte-eilanden worden door middel van digitale 3D modellen inzichtelijk gemaakt. Weergegevens vormen de basis voor het model. Voor Groningen wordt gebruik gemaakt van de weergegevens van het KNMI-weerstation Eelde van 19 juli 2022. Deze gegevens bevatten de luchtvochtigheid (U), luchttemperatuur (T), zonnestraling (Q), windsnelheid (FF) en windrichting (DD), zie tabel 1 hieronder. 19 juli 2022 betrof een erg warme dag in Noord-Nederland. Hiermee is voor deze analyse gekozen voor een ‘worstcasebenadering’. We hebben hiermee inzicht in hoe warm onze wijken en dorpen maximaal kunnen worden.
Op basis van de PET-methodiek en de KNMI-gegevens is uiteindelijk de gemiddelde hittestress (12:00 - 18:00 uur) op 19 juli 2022 berekend. PET staat voor Physiological Equivalent Temperature, oftewel de gevoelstemperatuur. Voor het toekomstige 2050 scenario is rekening gehouden met een stijging van de luchttemperatuur van 2°C (meer uitleg hieronder bij KNMI-klimaatscenario's).
Wij wijken met deze datum af van de maatgevende dag die op nationale schaal wordt gebruikt (o.a. in Kaartviewer - Klimaateffectatlas ). De dag die op nationale schaal gebruikt wordt was namelijk voor het noordelijke deel van Nederland relatief koel.
Verder zijn ook hoogtekaarten (AHN), bomenkaarten en kadastrale gegevens gebruikt om hitte inzichtelijk te maken in de monitor Klimaat in je straat. Het is goed om te vermelden dat in de analyse de focus ligt op het openbaar toegankelijk gebied. Dit betekent dat het opwarmen van bijvoorbeeld daken niet inzichtelijk is gemaakt. Wel is de invloed hiervan op omringende openbare ruimte meegenomen. Voor een uitgebreide toelichting van het basismodel en uitgevoerde hitteanalyses. lees de notitie van Ingenieursbureau Tauw.
KNMI klimaatscenario's
Naast huidige hitte kijken we ook naar hitte in de toekomst. Hiervoor is gebruik gemaakt van de KNMI-weerscenario's. In het scenario voor het jaar 2050 wordt verwacht dat de luchttemperatuur met minimaal 2 graden Celsius zal toenemen. In oktober 2023 zijn de nieuwe klimaatscenario's van het KNMI gepresenteerd. Op het moment van uitvoeren en opzetten van de monitor waren deze gegevens nog niet beschikbaar. Bij updates van de monitor worden deze nieuwe inzichten waar nodig verwerkt. Bekijk hier de KNMI-klimaatscenario's.
Gevoelstemperatuur
Hittemetingen zijn complex. Vooral in onze verharde gebieden gaat het bij het meten van hitte niet over de buitentemperatuur. Juist de gevoelstemperatuur is belangrijk om te weten. De hierboven beschreven data zijn door een computermodel gebruikt om de gevoelstemperatuur in de openbare ruimte te berekenen. Er bestaan veel factoren die invloed hebben op de gevoelstemperatuur, zoals:
- Schaduw, door gebouwen of bomen
- De kroonhoogte van bomen
- Verharding en onverharde groene ruimte
- Hoeveelheid open lucht dat zichtbaar is
- Windsnelheden en richting
- Zonnestraling en stand van de zon
Onderzochte effecten, kaarten in de monitor
In de wijkklimaatmonitor hebben we verschillende effecten van hitte inzichtelijk gemaakt. Dit zijn:
- De gevoelstemperatuur, zowel in de huidige situatie als in de toekomst (2050)
De basis voor onze hitteanalyses worden gevormd door de modelstudie gevoelstemperatuur (of PET). Voor de toekomst is gebruik gemaakt van de KNMI-scenario's.
- Gebieden die boven de grens van 36,5°C PET komen
Met daarbij extra aandacht voor scholen en kinderdagverblijven in de wijk.
Het risico op gezondheidsklachten ligt rond de 36,5°C PET. Daarom houden we in onze modellen rekening met deze grens.
Door de hittegebieden hoger dan deze grens te combineren met potentieel kwetsbare locaties zoals kinderopvanglocaties, wordt inzichtelijk of deze locatie mogelijk risico's kent. Goed om te weten is dat dit een pure technische exercitie betreft. De exacte potentiële risico's kunnen enkel worden beoordeeld door een zorgvuldig onderzoek ter plaatse. Onze analyses zijn met name indicatief en geven enkel de mogelijkheid van een hoger risico aan.
- Hoeveelheid schaduw (in percentage) op wandel- en fietsroutes
Op basis van de 3D modellen wordt schaduw in de openbare ruimte inzichtelijk gemaakt. Bomen en gebouwen zitten in deze modellen. De stand van de zon bepaald de hoeveelheid schaduw. Hiervoor is gekozen om 13:00 uur op 21 juni als maatgevende dag en tijdstip aan te houden. Op dat moment staat de zon het hoogst.
We focussen op schaduw op wandel- en fietspaden in de openbare ruimte. Dit doen we omdat we zo meer inzicht krijgen in de kwaliteit van de openbare ruimte ten tijde van hitte. Het is belangrijk om op een hete dag in de schaduw te kunnen lopen. Met deze informatie is het de bedoeling om inzicht in koele routes te geven.
- Het percentage verharding in de wijk
Verhard oppervlak warmt sneller op dan een groene omgeving. Water kan er ook moeilijk de grond in trekken. Sterk verharde wijken zijn dus vaker warm en wateroverlast treedt er sneller op. Het percentage geeft een indicatie van verharde wijken of juist wijken met minder verharding.
Het percentage verharding is gemeten door het bureau TerraNostra. Groenoppervlak en verharding in tuinen is berekend op basis van door de gemeente Groningen aangeleverde eigendomsgrenzen. Daarbinnen is alle oppervlak aan particulier eigendom gebruikt om per aansluitend gebied (meerdere tuinen geclusterd) een samenvatting te berekenen van het oppervlak groen en struiken. De gebouwen zijn uit de vlakken weggelaten, het resterende oppervlak wordt verondersteld verharding te zijn.
De verschillende indicatoren worden uit een puntenwolk berekend door middel van verschillende geautomatiseerde classificatie technieken. De puntenwolk is beschikbaar gesteld door Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN, www.ahn.nl). De gebruikte methode wordt internationaal toegepast om de kroonoppervlakte van bomen vast te stellen van een gebied (Dalponte, 2016).